Vlakbij het Surinaamse bos begint de Amazone. Geen wifi-netwerken, wel geïsoleerde dorpsgemeenschappen die leven in het groene hart van de wereld waar nog zoveel planten en diersoorten onontdekt zijn. Onze trip lijkt nog gaver te worden als we horen dat we onderdeel worden van een reisprogramma…
Als ik mijn laptop opendoe, zie ik onderaan mijn menubalk een pop-up venster verschijnen. ‘Er zijn geen wifi-netwerken beschikbaar’. Of ik dit probleem wil oplossen. Ik voel me net zover van de bewoonde wereld als mijn computer. Ik zit op een houten veranda en beneden me stroomt een grote rivier. Met piranha’s, kaaimannen en anaconda’s, zo hebben we gehoord. Om me heen is alleen maar eiland. Met nog zo’n vijftien houten huisjes op palen in Samarakaanse stijl, een restaurant, een groot grasveld, een paar boomkippen (leguanen) en wat vogelspinnen, is dit het wel zo’n beetje. Om ons heen is ‘het bos’, zoals de Surinamers het dichte woud vol geluiden noemen. Als ik al problemen heb, dan zijn ze ver weg. Hoewel… Ik heb natuurlijk nog niet verteld over mijn reisgenoten.
Twee dagen voor we naar ‘het bos’ vertrekken, worden we door reisorganisatie Mets gebeld. Normaal reis ik graag all-exclusive, maar om in Suriname naar het binnenland te gaan heb je niet veel andere opties dan je bij een touroperator aan te melden. Ons programma: vijf dagen naar Awarradam inclusief heen- en terugvlucht, verblijf op een eilandje ver weg van de bewoonde wereld, Surinaamse maaltijden, bezoek aan lokale dorpjes, zwemmen in de rivier, met een gids op zoek naar medicinale planten en een korjaaltocht in de vroege ochtend om het bos te zien ontwaken. Ik vind het fantastisch klinken.
En het lijkt nog mooier te worden. De meneer van Mets aan de andere kant van de lijn: ‘Vinden jullie het erg dat de cameraploeg en een presentatrice van een reisprogramma met jullie meegaan? Jullie moeten soms misschien wat langer wachten, maar het voordeel is dat we de reis extra speciaal maken.’ Ik weet het meteen zeker: dat is natuurlijk 3OpReis. Met Floortje Dessing. Of Geraldine. Wat gaaf! ‘We doen het!’ vertel ik niet veel later aan de Mets-man. Hij klinkt opgelucht en belooft ons meteen flessen wijn op de kamer. ‘Wat een aardige man,’ denk ik nog.
Twee dagen later staan we vol verwachting op het vliegveld. Na te zijn voorgesteld aan onze gids Julius, die er met fototoestel, verrekijker en pet eerder uitziet alsof hij zelf op vakantie gaat, is het wachten op de crew van het reisprogramma. Uiteindelijk komt er inderdaad een blonde vrouw aanlopen, maar ze lijkt helemaal niet op Floortje Dessing. Of Geraldine. Met haar extreem grote borsten en opgespoten lippen heeft ze eerder vaag iets weg van Pamela Anderson. Ze wordt vergezeld door nog zo’n zelfde type vrouw en twee mannen. De grootste van het stel is een man met zwarte stoppelbaard die bromt als hij praat en hij maakt meteen duidelijk dat hij voorin het vliegtuig wil zitten. We noemen hem Boris Boef.
Na een uurtje vliegen over Paramaribo, het Brokopondomeer en een brocccoliwoud en een half uur met een korjaal (een uitgeholde boomstam met motor) vanaf het geïmproviseerde vliegveldje, komen we aan...
...in het land van de Samarakanen. De mensen die hier wonen stammen af van de slaven die ooit van de plantages wegliepen, ook wel marrons genoemd. Een aantal werken op het eiland en sommigen daarvan, zoals onze gids Adaanki die voor ons met zijn machette de weg door het oerwoud vrijmaakt, wonen in ieniemieniehuisjes aan de overkant van de rivier.
Boris Boef en co laten al snel merken dat ze het een gehucht vinden. Ze vervelen zich dood en Julius heeft zijn handen vol aan hun klachten. Het badkamerkleedje is nat (‘Julius, my wife has wet feet!’), ze willen geen zwemvest aan in de boot maar wel voorin zitten en ze vinden het belachelijk dat ze de dorpsbewoners niet zomaar mogen filmen zonder eerst toestemming te vragen.
Die dorpsbewoners ontmoeten we tijdens ons bezoek aan het dorpje Stonhoekoe. Als we aankomen staan vrouwen in de rivier kleding te wassen en wordt er vrolijk naar ons gezwaaid. De weg naar het dorp heeft een splitsing: links gaan de vrouwen, rechts de mannen. Dan lopen we door een poortje van gedroogde palmbladeren om de boze geesten te weren. Met een hand en tandeloze lach worden we welkom geheten door de kapitein van het dorp. Achter hem in zijn huisje hangt een foto van prinses Beatrix. Door het dorp lopend oefenen we op ons Samarakaans: ‘U dè no?’ (Letterlijk: leef je nog?, maar wordt gebruikt als ‘hallo’) en een meisje dat rijst aan het stampen is groet ons terug ‘U dè-ooo!’ (Ja, ik leef nog!). Kinderen rennen over de weg en sommigen ouderen zitten voor hun hutje. De ouders zijn naar de kostgrondjes, zo vertelt Julius ons, waar groenten en ander voedsel worden verbouwd. Aan het eind van de middag verzorgen enkele vrouwen van het dorp een vrolijk dansfeest voor ons en ze moeten lachen om mijn pogingen om enigszins ritmisch met mijn billen te schudden. Omdat we het zo naar ons zin hebben, tikt de tijd voorbij, en dat zint onze ‘televisieploeg’ (we hebben ze welgeteld twee keer met een pocket homevideo-camera rond zien zwaaien) helemaal niet. Ze willen terug naar het eiland, en het liefst zo snel mogelijk.
Als het eenmaal pikkedonker is, neemt Boris Boef met een chagrijnig gezicht plaats voorin de korjaal. Hij wordt er nogmaals op gewezen dat hij daar niet mag zitten, maar hij trekt zich er niets van aan. De lange houten boot glijdt zachtjes door het water. Als we boven ons kijken is de hemel bezaaid met sterren. Naast ons in het dichte bos flitsen de vuurvliegjes. Julius heeft ons beloofd dat we op zoek gaan naar kaaimannen en onze bootman Made schijnt met een grote lamp op de waterkant. Als we de hoop al bijna hebben opgegeven, maakt hij ineens rechtsomkeert. ‘Daar!’ wijst hij. In eerste instantie zie ik niks, alleen de schaduwen van boomstronken die in de rivier steken. Maar dan zie ik ineens twee ogen oplichten en herken ik de schubbenhuid van iets krokodillerigs. Als hij zijn bek iets opendoet, zien we wat glimmend witte tanden. De motor staat uit en we drijven steeds dichter op het beest af. Ik hang aan de zijkant om foto’s te maken en heb niet in de gaten dat onze man op de eerste rij het steeds benauwder krijgt. Opeens horen we uit de bosjes een zware stem die wat angstig klinkt ‘Julius, let’s go!’ En we zien hoe Boris Boef en de voorkant van de boot half in de struiken aan de rivierkant zijn verdwenen.
Nu ze ook bijna door een kaaiman zijn opgegeten, heeft de filmcrew/maffiabende het helemaal gehad. Boris Boef en Pamela Anderson vertrekken nog de volgende dag. Wij zwaaien hen uit en genieten van de laatste dagen in Awarradam. We laten ons afglijden van de stroomversnelling Peti, luieren in de hangmat, eten pom en bakabana en ’s avonds genieten we éxtra van ons welverdiende glaasje wijn.
Let's go to…
My World is Yours hecht belang aan het onafhankelijk kunnen schrijven over de bestemmingen. Ben je geïnspireerd geraakt door de verhalen en/of heb je bruikbare tips gekregen en zou je in de toekomst graag meer reisverhalen lezen op My World is Yours? Doe dan hier een kleine bijdrage voor het onderhouden en uitbreiden van deze website. Alvast heel erg bedankt!
Elk land waarover geschreven is op My World is Yours, is ook beschikbaar in een mooi vormgegeven e-book. Zo heb je alle reisverhalen en tips van één land bij elkaar en kan je ze ook offline lezen of uitprinten. Stuur een e-mail naar info@myworldisyours.nl om een e-book op te vragen.