Ik had geen goede verhalen gehoord over Lima. Ik hoorde van een stad waar de zon bijna nooit scheen en waar een wolkendeken de miljoenenstad bijna dagelijks zou omhullen in een laagje somberheid. Op de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken las ik de waarschuwingen voor gewapende berovingen en de naam van de meest toeristische wijk, Miraflores, deed me denken aan Joran van der Sloot.
Aangekomen na een 12,5 uur durende KLM-vlucht, besluit ik de moed erin te houden. Ook al rijdt onze taxi langs kale, kaarsrechte straten en bestaan grote delen van de stad uit bouwputten. Lage verwachtingen zijn soms het beste wat je kan overkomen, bedenk ik me.
Als ik de eerste ochtend ontwaak in ons boetiekhotel en naar buiten kijk, geef ik echter al bijna de hoop op. Door het tijdsverschil ben ik al om 5 uur ’s ochtends wakker. Buiten is het donker en de eerste geluiden van andere-kant-van-de-wereld-vogels, dienen zich aan. Tot zover niks opmerkelijks. Maar tegen een uur of 8 hoor ik de vogels losgaan alsof ze willen aangeven dat het verschil tussen dag en nacht nu toch overduidelijk is, terwijl het zicht door de ramen nog steeds niet is verbeterd. “Kijk”, zeg ik tegen Robin die de slaap uit zijn ogen wrijft, “het is waar hoor. Moet je kijken hoe grijs het buiten is. Het lijkt wel of de zon amper is opgekomen.” Met mijn neus tegen de ruit gedrukt tuur ik de straat in waar kleurloze auto’s af en aan rijden. De zwarte hekken om de huizen zien er onheilspellend uit.
“Lieverd,” merkt Robin op, “Die ramen hebben zonsverduistering.”
Eenmaal buiten klaart het op. Niet alleen wordt de stad lichter, na een dag rondslenteren wordt ook mijn beeld beter.
We beginnen in het oude centrum van Lima, dat gebouwd is rond grote pleinen (plaza’s) die het hart vormen van de stad. De plaza’s staan in verbinding door brede winkelstraten. Al snel valt op: Lima is geen stad van de toerist. Juist vanwege de niet al te beste reputatie denk ik. Je ziet weinig soortgenoten en het enige dat speciaal voor ons lijkt te zijn verzorgd is de vuurrode hop-on hop-off bus, die wij dan weer angstvallig vermijden.
Wat we wel veel zien op straat zijn beveiligers en militairen. Van onze hoteleigenaar hoor ik dat die er staan om ons een veilig gevoel te geven, maar bij mij werkt dat vooral averechts. En dan zijn er nog de schoonmakers die met hun bezems en karretjes overal opduiken om de plaza's en avenida’s brandschoon te houden. Ze doen hun werk onverstoorbaar. Geen Limeño staat je hier aan te gapen. Mensen leven hun dagelijks leven zonder de schijn van iets anders, iets beters of iets mooiers op te houden.
Net als in de meeste Zuid-Amerikaanse leven is er een rotsvaste basis voor dat dagelijks leven. Tussen de grote winkelketens vind je al gauw het geloof. We zijn in Lima op een zondag en de kerken lopen vol met Peruanen. Zo ook een schattig exemplaar, de Iglesia de la Merced, dat zich tussen Plaza de Armas en Plaza San Martin bevindt, en waarvan de gevel van top tot teen is versierd met rijk versierde pilaren en boos kijkende engeltjes. Vanaf een plekje achter de rijen banken zie ik hoe kleine vrouwtjes met lange vlechten de voeten kussen van christusbeelden en...
... hun handen in de lucht steken terwijl ze gebeden prevelen. Op het Plaza del Armas is net als wij aan komen lopen in de grote kathedraal een mis begonnen, en de kroonluchters die door de ronde, openstaande toegangsdeuren heen goed te zien zijn, glinsteren als sterren in de nacht.
Ik vind het eigenlijk nog mooier dan het meest bekende religieuze bouwwerk van de stad: het bananengele Monastario de San Francisco. Al heeft dat ook een troef. Tijdens de rondleiding binnen bezoeken we onder andere een bibliotheek met boeken uit de 15e eeuw en wenteltrapjes als in Harry Potter. Ik ben er zo door gefascineerd dat we de Engelstalige groep met gids kwijtraken en aan moeten sluiten bij een Spaans gezelschap. Dat gaat goed tot we in de catacombe een aanwijzing over de formatie van de botten van heiligen niet begrijpen en de gids ons iets vraagt in het Spaans. Oeps. We lachen vriendelijk en haasten ons naar buiten, waar zowaar de zon is gaan schijnen.
Hongerig zoeken we een café voor de lunch. Ook de restaurants zijn zoals ze hier altijd al zijn geweest: met plastic stoelen en ongezellige geruite tafelkleden. Een kaarsje, moderne aankleding, hippe, westerse gerechten speciaal voor de toerist? Vergeet het maar. En toch is het hier bomvol op zondag, met Limeense families die de kerken hongerig hebben verlaten en trek krijgen in arroz con pollo (rijst met kip) of ceviche (rauwe vis in limoensap).
Wat volgt is de siësta, die in een klein straatje achter de Plaza del Armas en plein public te volgen is. In hun beste outfits komen de señora’s en senors hiernaartoe, om op de gietijzeren bankjes keurig naast elkaar weg te dommelen. Ik kijk vol verbazing naar de dames in hun rokken en steunkousen die de voeten netjes over elkaar leggen en de handen in hun schoot, waarna hun hoofden langzaam opzij zakken en ze in slaap vallen. Alsof iemand het licht heeft uitgedaan. Zie je het voor je dat op de Dam keurige Nederlanders gewoon liggen te pitten zonder zich iets aan te trekken van de rest van de wereld?
SALSAMUZIEK
Als we de grootste bezienswaardigheden van ons lijstje hebben gestreept en ons nog hebben laten verrassen door een soort pop-up museum over de Peruaanse dans, pakken we de bus naar Miraflores. Daar gaat mijn donkere Joran-van-der-Sloot beeld meteen in rook op vanwege vrolijke salsamuziek. In het park bevinden zich grote kuilen in de grond, waar met name lokalen op leeftijd samen dansen. Ook hier hebben ze alleen oog voor elkaar: niet voor de rest van de mensen die op de trappen toe zitten te kijken, laat staan voor de enkele houterige toerist die zich in de ritmische menigte begeeft. Soepel in de heupen schuifelen ze heen en weer, draaien ze elkaar in het rond en lachen ze de lach van mensen die weten hoe je in het nu moet leven.
Om onze 24 uur in Peru goed af te sluiten, lopen we naar de grote boulevard aan zee. Surfers zijn zwarte stipjes in het water dat goud kleurt door de ondergaande zon. Als ik de stad vanaf de kust bekijk, zie ik hoe ongezellig de betonnen kantoorgebouwen en snelwegen er waarschijnlijk normaal uitzien met een grijze lucht. Lima is nou eenmaal een lelijke stad, die vaak overhoop ligt door verbouwingen. Ik moet denken aan het tv-programma “Help mijn man is klusser” en hoe dat gaat met klushuizen. Er moet nog een hoop gebeuren om het mooi te maken, maar na verloop van tijd zie je het niet meer. Dat peertje blijft doelloos bungelen aan het plafond, draden lopen onafgeschermd over de vloer en ergens is een stuk muur vergeten met verven. Of je daar als vrouw doorheen kan kijken, hangt hier vooral af van 2 dingen: of de liefde sterk genoeg is, en … of de zon schijnt.
Let's go to…
My World is Yours hecht belang aan het onafhankelijk kunnen schrijven over de bestemmingen. Ben je geïnspireerd geraakt door de verhalen en/of heb je bruikbare tips gekregen en zou je in de toekomst graag meer reisverhalen lezen op My World is Yours? Doe dan hier een kleine bijdrage voor het onderhouden en uitbreiden van deze website. Alvast heel erg bedankt!
My World is Yours hecht belang aan het onafhankelijk kunnen schrijven over de bestemmingen. Ben je geïnspireerd geraakt door de verhalen en/of heb je bruikbare tips gekregen en zou je in de toekomst graag meer reisverhalen lezen op My World is Yours? Doe dan hier een kleine bijdrage voor het onderhouden en uitbreiden van deze website. Bij een bijdrage vanaf € 5,- ontvang je een mooi vormgegeven e-book (in PDF) van een land naar keuze. Alvast heel erg bedankt!
en ontvang een e-book
Deel je ervaring