Het Bolaven Plateau is een krater van een eeuwenoude vulkaan en daardoor een vruchtbaar oord. Op dik duizend meter hoogte vind je watervallen, overweldigend veel groen, aapjes, koffievelden en kleefrijst. Om hier te komen, moet je wel wat over hebben.
Robin, zo zegt-ie zelf, heeft altijd pech. Ik persoonlijk vind dat nog wel meevallen - hij heeft mij tenslotte - maar hijzelf is ervan overtuigd. 'Ik sta altijd in de verkeerde rij bij de kassa, zit in het vliegtuig pal naast krijsende kinderen en zit in de bioscoop steevast achter de langste vent in de zaal.' Geen reden tot diep medelijden, maar vorige week had ik het echt met hem te doen.
We hadden Vientiane bezocht, hoofdstad van Laos, en aangezien er niet veel te beleven was (met uitzondering van een bezoek aan de prachtige tempel Haw Phra Kaew waar ooit de Emerald Buddha woonde), wilden we er snel weer weg. Op naar het Zuiden, naar de zon en Si Phan Don, de vierduizend eilanden in de Mekong.
Onze eerste stop onderweg zou het Bolaven Plateau zijn. Land van watervallen, aapjes en koffievelden. De snelste manier om daar te komen was met een sleeperbus. Sinds India zijn onze ervaringen met sleepervervoermiddelen ronduit slecht te noemen. We waren dan ook blij verrast toen we zagen dat de bus die in Vientiane op ons stond te wachten wel wat weg had van een vliegtuig.
Het snelle design en de geblindeerde ramen zagen er flitsend uit, en wij hadden meteen de goede hoop dat de bus ook zo zou rijden. Op de bedden binnen lagen schone dekens netjes gevouwen en stond de busstewardess met handdoeken en flesjes water op ons te wachten. Aan beide kanten van de bus waren boven en onder 1- of 2-persoonsbedden. Wij sliepen echter helemaal achterin, bij gebrek aan beter, in een 4-persoonsbed.
VERBORGEN SCHAT
Omdat de bus nog niet meteen vertrok, stonden we nog even op de stoep naar onze potentiële buren uit te kijken. Naast me stonden onder andere een Laotiaans gezin, vier Engelse meisjes en, daar zou je het hebben, twee enorme Fransen. 'Die liggen naast mij', zei Robin direct. 'Wedden?'
'Welnee', suste ik nog, 'er passen veertig mensen in de bus. Hoe groot is die kans?' Niet veel later dan dat wij ons hadden geïnstalleerd op de onderste vier bedden achterin, vulde het toegangsgat zich met een grote zwarte schaduw. 'Ici?', hoorden we een zware stem vragen. 'Ah oui', bromde iemand terug. Het hoofd...
...van de breedste Fransman kwam wat bezweet door het gat tevoorschijn. 'Bonjour', begroette hij ons, duidelijk niet in de meest comfortabele positie. Vol verbazing zat ik te kijken hoe de Fransman zich door het gat probeerde te wurmen. Na een zet van zijn partner rolde hij ons hokje binnen. Hij kwam inderdaad pal naast Robin liggen. Zijn buik raakte het plafond, en als hij draaide, zijn knieën Robin z'n zij. Het zou lang duren voor we in slaap vielen, aangezien de man het op een snurken zette waar Robin nog een voorbeeld aan kan nemen.
In alle vroegte kwamen we aan in Pakse, vanwaar we met nog een bus naar het Bolaven Plateau zouden gaan. Ik wreef de slaap uit mijn ogen, Robin zat klaarwakker naast me met de blik van B100 uit Bassie & Adriaan die net per ongeluk het rode aan het blauwe touwtje had vastgeknoopt en zichzelf had laten ontploffen. De werkelijkheid was dat hij de hele nacht geen oog had dicht gedaan omdat hij bang was in zijn slaap op de Fransman te rollen, of, nog erger, de Fransman op hem. Eindelijk bevrijd uit het hok keek hij gelukkig al een stuk vrolijker. En aangekomen bij Tad Lo, een van de mooiste watervallen van het Bolaven Plateau, waar we sliepen in een bamboehut, was hij zijn slapeloze nacht al gauw vergeten.
NOOT ACHTERAF
Aan dit stuk Laos dacht ik terug toen ik even geleden de documentaire Banana Pancakes and the Children of Sticky Rice zag. De Nederlandse documentairemaker Daan Veldhuizen filmde de invloed van backpackers op Laos, en laat zien hoe al die backpackers op zoek zijn naar een paradijselijke, nog onontdekte plek.
Het Bolaven Plateau was voor mij destijds (in 2009) zo’n plek. De hutten waar we verbleven waren net zo simpel als de huizen van de dorpsbewoners. Ze waren van hout, bamboe of palmbladeren en stonden hoog en droog op palen. De lokalen verschuilden zich gedurende het heetst van de dag in de ruimte onder hun huis, kletsten wat, bereidden de sticky rice en riepen vrolijk 'Sawadee' naar elke voorbijganger. Op straat krioelde het van het kleine spul. Kinderen met verwilderde haren, kleine kuikentjes scharrelden achter hun moeder aan. Dit was voor mijn gevoel het echte dorpsleven, het “echte” Laos.
Draag je als backpacker bij aan het einde van een authentiek, idyllisch plaatje? Of is het juist arrogant te denken dat je Laotianen (of welk volk dan ook) de kans op een economisch beter leven dankzij het toerisme kan ontzeggen zodat je een - in jouw ogen - volmaakte wereld in stand kan houden? De documentaire zet je hierover aan het denken. Aanrader!
Let's go to…
My World is Yours hecht belang aan het onafhankelijk kunnen schrijven over de bestemmingen. Ben je geïnspireerd geraakt door de verhalen en/of heb je bruikbare tips gekregen en zou je in de toekomst graag meer reisverhalen lezen op My World is Yours? Doe dan hier een kleine bijdrage voor het onderhouden en uitbreiden van deze website. Alvast heel erg bedankt!
My World is Yours hecht belang aan het onafhankelijk kunnen schrijven over de bestemmingen. Ben je geïnspireerd geraakt door de verhalen en/of heb je bruikbare tips gekregen en zou je in de toekomst graag meer reisverhalen lezen op My World is Yours? Doe dan hier een kleine bijdrage voor het onderhouden en uitbreiden van deze website. Bij een bijdrage vanaf € 5,- ontvang je een mooi vormgegeven e-book (in PDF) van een land naar keuze. Alvast heel erg bedankt!
en ontvang een e-book