God verscheen jaren geleden in de droom van een Vietnamese man. 'Wat zou je graag willen?', vroeg God. De man zei dat hij graag zou willen dat rijst een grote bal zou zijn, zo groot als een aardappel. De volgende dag was alle rijst zo groot als aardappels.
De man moest echter nog steeds hard werken op zijn land en bedacht zich wat een tijd hij uit zou sparen als hij God zou vragen of hij ervoor kon zorgen dat een mens genoeg had aan 1 maaltijd in 3 dagen. De volgende nacht kwam God terug in de droom van de man. Maar hij vergiste zich en vroeg per ongeluk om 3 maaltijden per dag. Sindsdien verdeelde de rijst zich in duizenden kleine korrels en waren de Vietnamezen gedwongen 3 keer per dag te eten.
Tom, onze 'Easyrider', vertelt het verhaal alsof het een goede mop is en begint aan het eind keihard te lachen. We zijn gestopt voor een lunchpauze bij een lokaal restaurant. De twee motoren, een Honda Federal en een Harley nagemaakt in China, staan voor de deur te glimmen in de zon. Voor ons liggen loempia's, beef in bananenblad, groenteschotels met varkensvlees, inktvisringen, twee kommetjes chilisaus en een grote kom met rijst, dit laatste de spil van veel maaltijden in Aziatische landen en in het bijzonder die van de Vietnamese keuken. Een mop is Tom z'n verhaal zeker niet, het is de realiteit waar de Vietnamezen zelf gewoon het hardst om kunnen lachen.
We rijden al een paar uur rond tussen de aardbeien, bloemkolen, koffiebonen, zijdefabrieken en bergen van Dalat met Tom en Scimitar. Twee motormannen die behoren tot de 'Easyriders'. Ze dragen alle tachtig dezelfde jas, als het even kan een jaren '60 zonnebril en hebben een potje als helm op hun hoofd. Leren touwtjes hangen aan hun sleutelhangers. Ze vormen geen bedrijf, maar hebben wel een eigen logo en website. Het zijn net de Hells Angels, maar dan zonder tattoos. Hoe dan ook, het geluid van de uitlaat doet er niet voor onder. Voor 20 dollar per dag nemen ze je achterop mee door de Central Highlands van Vietnam.
'Heb je een geloof?', wil Tom weten. Ik overdenk even wat ik zal antwoorden. In veel Aziatische landen ben je een ontspoorde ziel als je 'nee' zegt, maar ik besluit toch maar de waarheid te zeggen en schudt ontkennend. 'Mooi', zegt Tom, 'dan ben je een goede communist.' Hij is 57 en uit zijn zwarte haar springen enkele grijze plukken, waaraan je volgens hemzelf kan zien dat je te maken hebt met een betrouwbare Easyrider. Zijn collega Scimitar is duidelijk jonger. Hij heeft zijn naam 'scherp mes' te danken aan zijn passie voor Tai Chi. 'Eigenlijk heet ik Hung, maar zo heten ook al 4 andere Easyriders uit onze groep', verklaart hij glimlachend.
De ochtend dat we in Dalat aankwamen regende het pijpenstelen. In een cafe overtuigden Tom en Scimitar ons ervan een dag met hen mee te gaan. Dat ging makkelijk, want we waren onze poncho vergeten en konden nergens heen. Bovendien leek dit ons de kans op wat we in twee weken nog niet waren tegen gekomen:
het echte Vietnam. Ik keek alleen nog even bezorgd naar buiten. 'Voor morgen bestel ik mooi weer', verzekerde Tom ons. We hadden een deal.
De volgende ochtend toen ik het riempje van mijn helm strak trok en achterop de motor sprong, was het weliswaar een beetje bewolkt, maar droog en de zon liet zich af en toe veelbelovend zien. Om de paar kilometer werden de motoren langs de weg geparkeerd en met elke stop werden we wat wijzer. Bij de oudste pagoda, slechts honderd jaar, was de eerste les geleerd: de geschiedenis van Vietnam zit niet zozeer in de historische gebouwen waarvan de meeste tijdens de oorlog zijn verwoest, maar in de Vietnamezen zelf. Tom is een perfect voorbeeld. Als militair vocht hij in de jaren zestig aan de kant van de Amerikanen.
Als we bij een bloemenkwekerij aankomen wijst Tom naar een oud-Vietcong strijder. 'Vroeger waren we vijanden, maar nu kunnen we het goed met elkaar vinden.' De veteraan met een lange baard die hij heeft afgekeken van Ho Chi Minh, glimlacht bevestigend terwijl hij een slok neemt van zijn sterke 'black coffee'. Na uitleg over de kwekerij in de kassen en de handel in bloemen zoeven we verder door de frisse omgeving. De bergen zijn voornamelijk bekleed met dennenbomen, geplant na het vertrek van de Amerikanen. Die brandden de heuvels plat op zoek naar de Vietcong. Bijnaam van de heuvels: BBQ Hills, en Tom moet weer grinniken.
Na de lunch stoppen we op weg omhoog nog langs wat uitzichtspunten. 'Vroeger leefden hier tijgers, olifanten en apen', vertelt Tom terwijl hij op het bos aan de overkant wijst. 'Maar op de olifanten werd gejaagd voor hun slagtanden, op de tijgers voor hun botten en,' hij grijnst weer, 'op de apen voor de Chinezen in Saigon die daar hun hersens aten.' Plots klinkt achter de bergen naderend onweer. Voor de bui losbarst staan we weer voor ons hotel. Tom stapt na nog een laatste grap te hebben gemaakt op zijn Honda en Scimitar op zijn Harley. De twee engelen verdwijnen tussen het drukke verkeer van Dalat, terwijl het langzaam begint te regenen.
Let's go to…
My World is Yours hecht belang aan het onafhankelijk kunnen schrijven over de bestemmingen. Ben je geïnspireerd geraakt door de verhalen en/of heb je bruikbare tips gekregen en zou je in de toekomst graag meer reisverhalen lezen op My World is Yours? Doe dan hier een kleine bijdrage voor het onderhouden en uitbreiden van deze website. Alvast heel erg bedankt!
My World is Yours hecht belang aan het onafhankelijk kunnen schrijven over de bestemmingen. Ben je geïnspireerd geraakt door de verhalen en/of heb je bruikbare tips gekregen en zou je in de toekomst graag meer reisverhalen lezen op My World is Yours? Doe dan hier een kleine bijdrage voor het onderhouden en uitbreiden van deze website. Bij een bijdrage vanaf € 5,- ontvang je een mooi vormgegeven e-book (in PDF) van een land naar keuze. Alvast heel erg bedankt!
en ontvang een e-book